Varend ontgassen: afvalstatus als frustratiemiddel?

Dat is de conclusie van mij (Krispijn) na het lezen van onderstaand artikel van Ton Quist, waarin hij zich afvraagt of de dampen / gassen die overblijven na het lossen van vloeibare lading afval zijn. Ik zou zeggen, lees het artikel van Ton Quist en oordeel zelf: De vraag of dampen/gassen afval zijn stelde ik (Ton Quist) in een artikel in oktober 2019. Mijn conclusie luidde toen kort en krachtig ‘nee’. Een belangrijk argument voor mijn stelling was gebaseerd op bijlage 2017-I-4 van het CDNI-Verdrag, waarin duidelijk stond beschreven dat ‘restlading, dampen en overslagresten niet tot afval van de lading behoren’. Indien dampen geen afval zijn, kunnen het naar mijn mening eveneens geen afvalstoffen zijn. De wettelijke status van de in de ladingtanks van tankers aanwezige dampen / gassen speelt al jaren een cruciale rol in het gehele ontgassingsdossier en dan met name in relatie tot de vergunningverlening voor gesloten ontgassingsinstallaties. Wel of geen afval? Door deze onzekerheid kunnen ondernemers, die de benodigde ontgassingsinfrastructuur willen aanleggen, niet verder. Tot deze conclusie kwam Prof. Geerlings van de Erasmus Universiteit al in 2018. Hij stelde dat ‘door wrijving tussen de vergunningstechnische en de ambtelijke kant ondernemers ernstig worden belemmerd in hun streven het ontgassingsprobleem op te lossen’. Zes jaar later is hierin niets gewijzigd met alle gevolgen van dien…! Twee weken geleden kreeg ik de nieuwe, Europese losverklaring voor tankschepen onder ogen. Hier viel mij iets op, waardoor de vraag ‘dampen zijn afval?’ weer in mij opkwam. Een duidelijk antwoord op deze vraag is voor velen als gevolg van de zigzag koers van Onze overheid niet eenvoudig te geven. Hierbij is het vooral interessant te kijken naar de argumentatie van de overheid. In het vorige decennium hanteerde het Ministerie van I&W eerst de stelling dat dampen als afval zouden moeten worden beschouwd. Na Kamervragen van de heer Remco Dijkstra, waarin hij verzocht de status van de dampen niet langer als afval te definiëren, besloot minister Van Nieuwenhuizen voorlopig uit te gaan van de definitie in het CDNI, waarin ladingdampen als restproduct worden gezien. Deze beslissing was niet op een onweerlegbaar wetsartikel gebaseerd, daar ‘de relatie tussen het CDNI en de Kaderrichtlijn Afval door de verdragsstaten van het CDNI verschillend wordt geïnterpreteerd’, maar op ‘een pragmatische benadering’….! Interpretaties en pragmatisme waren leidend in het bepalen van het te volgen beleid…!? Dezelfde minister moet in 2021 in een schrijven met kenmerk IENW/BSK-2021/9785 weer erkennen dat ‘de gebruikte definities in het CDNI en de Europese Kaderrichtlijn Afval niet gelijk zijn’. Omdat beide Europese wetten verschillende definities bevatten, concludeert zij vervolgens dat ‘het juridisch gezien de meest veilige keuze is om de afgegeven ladingdampen aan te merken als afvalstof’ (opmerkelijk hier is dat het CDNI dampen wel letterlijk noemt, maar de Kaderrichtlijn in bijlage 3 niet). De minister motiveert deze keuze allereerst met het argument dat zij ‘strijdigheid met de Kaderrichtlijn Afval wil vermijden’, waarbij zij het handelen in strijd met het CDNI gemakshalve even niet noemt…! Een tweede beweegreden is dat zij ‘een keuze maakt die aansluit bij de wijze van handelen in onze buurlanden’. Dit laatste moet betekenen dat al onze buurlanden gelijk onze minister de definitie van ‘afval van de lading’ in het CDNI niet erkennen……., wanneer zij allemaal dampen als afval beschouwen. Welk standpunt gaat door de landen ingenomen worden, wanneer het gehele CDNI-Verdrag van kracht is? Ook nu weer ontbreekt een onweerlegbaar, juridische argumentatie; een wetsartikel waarin letterlijk staat dat dampen als afvalstoffen moeten worden aangemerkt. Keuzes vormden de basis van het gevoerde beleid…! En bij een keuze kan men altijd meer dan een kant op…! Intussen wordt er in het bijzonder vanwege de afvalstatus van de ladingdampen geen enkele vordering gemaakt in de aanleg van de benodigde ontgassingsinfrastructuur, omdat het er alle schijn van heeft dat niemand zijn vingers aan afvalstoffen wil branden, daar volgens de minister afvalverwerking op dit onderwerp ook een negatieve connotatie schijnt te hebben. Zelfs al is er geen sprake van enige handhaving in het kader van de Wet Milieubeheer (bijvoorbeeld het lozen van gevaarlijke ‘afvalstoffen’ buiten een inrichting). Op 27 januari 2023 stelt kamerlid Van der Plas, BBB, de minister weer vragen aangaande het ontgassen. In antwoord 4 geeft de minister toe dat ‘de wettelijke status van de afvaldampen nog steeds een punt is, waarover discussie bestaat’ (Brief van de minister, kenmerk IENW/BSK-2021/9785). Na al die jaren nog steeds dus…….! In de ogen van Ton Quist een totaal onnodige discussie, een blijk van onmacht en een regelrechte schande. In het zelfde antwoord stelt de minister dat ‘de ladingdampen die aan de installatie worden afgegeven voor verwerking volgens Europese regelgeving als afval worden gezien. De minister geeft hier niet aan, op grond van welke Europese regel. Aansluitend deelt de minister mede dat ‘IPO en de sector het ministerie hebben verzocht om de afvalstatus van de ladingdampen op te heffen. Het ministerie ziet daartoe echter geen mogelijkheid op grond van EU-recht dat bepaalt wanneer er sprake is van een afvalstof’. Wederom wordt het niet duidelijk, naar welk EU-recht hier wordt verwezen. En kloppen deze ministeriële antwoorden wel voor de volle 100% ? De Europese Kaderrichtlijn Afval botst ogenschijnlijk met het CDNI. De richtlijn stelt namelijk dat onder ‘een afvalstof wordt verstaan een stof of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen’. Dit is de Europese definitie van een afvalstof, nadat is vast komen te staan dat het om een afvalstof gaat, maar betekent dit ook automatisch dat ‘alles waarvan je je ontdoet een afvalstof ’ is? Naar mijn mening niet. Van een burger die bijvoorbeeld door ziekte geen auto meer kan rijden en om deze reden zijn 4 jaar oude voertuig aan zijn kleinkind geeft, kan toch niet worden gezegd dat de betreffende auto plotsklaps in afval is veranderd, omdat deze burger ‘ zich van zijn auto ontdoet’ ( of i.p.v. een auto een huisdier, waar hij niet meer voor kan zorgen )? M.a.w. niet alles, ‘waarvan iemand zich ontdoet’, is per definitie altijd afval. Toch hangt het ministerie m.b.t. dampen deze hypothese aan; een schip ‘ontdoet zich’ van zijn dampen, dus is het een afvalstof. Dit ondanks het feit dat het CDNI zegt dat dampen geen afval zijn. Nu kom ik terug bij de nieuwe, op Europees recht gebaseerde losverklaring, versie 2023, waarin mij iets opviel. In deel 3 van de losverklaring is een item betreffende de afgifte en de inname van waswater bij een ontvangstinrichting opgenomen. Volgens de losverklaring is waswater een erkende afvalstof, want de ontvangstinrichting moet invullen hoeveel waswater er is ingenomen en welke Euralcode ( Europese code voor afvalstoffen) bij dit waswater behoort: ’16.07 en 16.10’ (Losverklaring verwijzend naar Afvalstoffenclassificatie overeenkomstig EG Verordening nr. 1013/2006). In deel 4 inzake de afgifte en inname van dampen bij een ontvangstinrichting behoeft de ontvanger van de dampen geen Euralcode in te vullen! Hoe is dit mogelijk? Welnu, in bijlage 4 van de Handreiking EURAL, augustus 2019, wordt waswater als afvalstof wel genoemd, maar komen dampen nergens voor….! Hier verbind ik de conclusie aan dat, in tegenstelling tot wat het ministerie beweert, conform Europese regelgeving dampen niet als afvalstoffen worden aangemerkt, daar zij anders een Euralcode zouden hebben gehad en deze code in de losverklaring had moeten worden ingevuld. Correct? Zijn dampen / gassen afval? Nee! De losverklaring vindt haar oorsprong in het CDNI-Verdrag. Dit verdrag heeft in 2017 voorgesteld dat ‘dampen niet tot afval van de lading behoren’. Dit voorstel is enige tijd later door alle verdragsstaten aangenomen en leidde in 2020 tot een wijziging van CDNI-artikel 1, de Begripsbepalingen. Deze wijziging is destijds in Staatscourant nr. 12093 gepubliceerd. Omdat het CDNI in lijn met de Europese Afvalstoffenclassificatie dampen niet als afval ziet, heeft het ook geen Euralcode, waarnaar in de losverklaring om deze reden dan ook niet wordt gevraagd. Dit is Europees recht! U hebt kunnen lezen dat Onze overheid jarenlang zonder verwijzing naar expliciete wetsartikelen, maar overwegend op basis van vage redenen, keuzes en interpretaties, heeft beweerd dat dampen afvalstoffen zijn, terwijl die zelfde overheid al voor 2020 akkoord ging met een wijziging van artikel 1 van het CDNI, waardoor zij wist dat dampen conform het CDNI niet als afval / afvalstoffen zouden worden aangemerkt. Hoe is het dan überhaupt mogelijk dat binnen één en hetzelfde ministerie ergens in een kamertje op een hogere etage wordt gezegd ‘te hebben goedgevonden dat dampen niet tot afval van de lading behoren’ (Staatscourant) en tegelijkertijd een verdieping lager op een open werkplek door een ambtenaar de antwoorden van de minister worden voorbereid en geschreven, waaruit het tegenovergestelde blijkt?? Ambtenaren binnen het Ministerie van I&W moeten toch evenzo op de hoogte zijn geweest van het feit dat alle erkende afvalstoffen over een Euralcode beschikken, zeer zeker daar waar het gevaarlijke afvalstoffen in grote hoeveelheden betreft, maar dat de ( gevaarlijke ) dampen uit de ladingtanks van tankschepen niet in deze Europese afvalstoffenlijst voorkomen en daarom niet officieel als afvalstoffen kunnen worden gekwalificeerd? Waarom heeft Onze minister daar nooit melding van gemaakt? Is hem dit nooit verteld? Het zal toch niet zo zijn dat Onze minister jarenlang de kamer onvolledig dan wel onjuist heeft geïnformeerd door continu te beweren dat dampen conform Europees recht afval zijn? Zal dit argument nu eveneens sneuvelen, nadat alle eerder door het ministerie aangedragen argumenten, waarom het ‘niets kan doen’ , al werden ontkracht ? De handelswijze van Onze Rijksoverheid is er zonder enige twijfel grotendeels medeverantwoordelijk voor dat het ontgassingsdossier al jaren stagneert ( zoals professor Geerlings reeds stelde ). Ambtenaren en instanties volgen de visie van het ministerie inzake de status van dampen blindelings, terwijl de eerste de beste, onafhankelijke deskundige hem in een mailtje uitlegt dat dampen op basis van juridische feiten niet als afvalstoffen kunnen worden gezien. Als gevolg van deze modus operandi kan Nederland op 1 juli de in het CDNI gemaakte afspraak voor een toereikend aantal gesloten ontgassingsinstallaties zorg te dragen, niet nakomen en heeft ons landje naar mijn mening daardoor geheel onnodig per 1 juli 2024 een immens groot probleem naast alle andere problemen (handhaving, omnummeren gevaarlijke stoffen naar fase III, verder blootstellen van het milieu en de volksgezondheid aan de uitstoot van Zeer Zorgwekkende Stoffen genoemd in fase III, voortdurend ontgassingstoerisme vooral vanuit België )! A.L.Quist Amsterdam, 13 maart 2024

Door: Foto: BoH, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons Binnenvaarttanker Jade in het Calandkanaal

Closing Time | Tan Kalakatan

Mayra Andrade is afkomstig van de Kaapverdische eilanden, een archipel voor de kust van West-Afrika. Ze werden in de 15e eeuw ontdekt door Portugese scheepslieden en gekoloniseerd.

Dat verklaart in ieder geval de Latijnse klanken. De tekst van Tan Kalakatan is in Kaapverdisch creools, de oudste nog levende creoolse taal.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sfeerbeeld van de spiegelzaal in de grote illusie © foto Bastiaan Van Musscher, Teylers Museum.

Kunst op Zondag ondergaat de grote illusie

De peuter staat te springen voor de spiegelwand. Hij wil de kat strelen en de papegaai vastpakken. Dan ziet hij de muis rennen, hij schrikt en zoekt zijn papa. Die attendeert hem op de projector. Maar daar wil het kind niets van weten. Hij heeft alleen oog voor de illusies op de wanden in het Teylers Museum. Voor Kunst op Zondag dompel ik me onder in ‘De grote illusie’.

Kunnen we onze ogen nog wel geloven?

Anno 2024 komen we bijna dagelijks in aanraking met kunstmatige of artificiële intelligentie (AI). Met een paar kernwoorden kunnen we onze computer een artikel laten schrijven of een beeld laten ontwerpen. Op social media komen berichten en beelden naar ons toe waarbij je soms heel goed moet kijken of wat je leest of ziet waar of niet waar is. Maar deze vragen zijn niet nieuw…!

Tijdens de tentoonstelling De Grote Illusie – 200 jaar Virtual Realities (Teylers Museum Haarlem) reis je terug naar de negentiende eeuw. In die tijd groeide optische illusies uit tot massaspektakel. In het oudste museum van ons land, kun je nu terug naar de wortels van virtual reality (VR), augmented reality (AR) en deepfake. De tentoonstellingszaal is voor deze gelegenheid omgebouwd tot een spiegelpaleis. Mijn ogen moeten even wennen aan de ruimte. Vier spiegelwanden met daarin een box met spiegelwanden. Al deze spiegels versterken de illusie, kan ik mijn ogen hier nog wel geloven?

Foto: Bron: Livius.org

Neoplatonisme en gnosis (2)

Tweede deel van een vierdelige reeks over de laatste, naar mystiek neigende stromingen binnen de antieke filosofie. 

Invloeden van oude bekenden

Wie het neoplatonisme bestudeert, herkent allerlei oude bekenden: elementen uit de eerdere filosofische stelsels.

Om te beginnen is er natuurlijk een sterke invloed van de filosofie van Plato zelf. De opvatting dat het Ene ook ruimte en tijd overstijgt is echter terug te leiden tot dat wat Parmenides al had beweerd over het Zijn. We vonden die gedachte eerder al bij Anaximandros, die ook een alomtegenwoordige oerstof aannam, die hij apeiron noemde. Bij Anaximandros verandert dit apeiron zelf echter in de wereld zoals wij die kennen, het blijft niet achter de wereld aanwezig, zoals het Ene bij de neoplatonisten.

Verder is in het Neoplatonisme invloed te herkennen van de stoïcijnen. Het Ene doet immers denken aan het stoïcijnse pantheïsme. Daarnaast waren de neoplatonisten ook actief in de wetenschap, en verwezen ze daarbij graag naar de werken van eerdere stoïcijnse wetenschappers.

In geschriften van veel neoplatonisten, met name die van Porfyrios, zijn ook invloeden van de aristotelische school te bekennen. Vooral de aristotelische wetenschap en logica waren voor hen interessant. Daarbij beriepen de neoplatonisten zich op Aristoteles’ filosofie over de deugd.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Closing Time | Divine is the Illusion

Erica Switchblade (drums) en Gianni Blacula (gitaar) vormen samen het Italiaanse rockduo The Devils.

[G]arage rock zoals het hoort: pompende drums en gruizige riffs zonder poespas,” zo prijst rockmagazine Harde Metalen hun vierde album aan.

Foto: Juanje Orío (cc)

Rutte en Von der Leyen uitgedaagd door Roemeense politici

Het leek een gelopen race voor Mark Rutte. Nadat er ook uit de VS groen licht kwam leek niets zijn benoeming als secretaris-generaal van de NAVO meer in de weg te staan. Maar toen verscheen ineens de Roemeense president Klaus Johannis als tegenkandidaat. Rutte zal het desondanks misschien wel redden. Maar het is duidelijk dat Oost-Europese politici zich niet zomaar laten wegzetten. Dat moest de Europese Volkspartij ook ervaren nadat Ursula von der Leyen op het EVP-congres in Boekarest als kopkandidaat was benoemd voor de aanstaande Europese verkiezingen. Europarlementariërs van de oppositiepartij USR hebben aangekondigd haar kandidatuur niet te zullen steunen.

Oost-Europa onderbedeeld

Johannis is duidelijk over zijn motief om zich kandidaat te stellen als NAVO-chef. De Roemeense president vindt het hoog tijd dat Oost-Europa meer relevante posities gaat bekleden. De belangrijkste posities in de NAVO en in de EU zijn momenteel bezet door politici uit het oude Europa. De Oost-Europese staten zijn al 25 jaar lid van de NAVO maar hebben nog nooit de secretaris-generaal mogen leveren. ‘Het is een van de redenen dat veel Oost-Europeanen zich een beetje buitengesloten voelen. Het is een fout en ik hoop dat deze fout niet nog eens wordt gemaakt,’ zei hij eind vorige maand bij een bezoek aan de Europese parlement. Dat is ook voor twee andere Oost-Europese politici de reden om zich kandidaat te stellen. De Estlandse premier Kaja Kallas en de Letse minister van Buitenlandse Zaken Krisjanis Karins hebben zich ook al gemeld. Met verwijzing naar de positie van hun land in de frontlinie van het conflict met Rusland. Karins merkte daarnaast ook nog op dat het hoofd van de NAVO uit een land zou moeten komen dat de afgesproken 2% norm volledig haalt. Een steek onder water aan het adres van de Nederlandse premier. Ook bij de kandidatuur van Iohannis hebben bezwaren tegen Rutte mogelijk een rol gespeeld. Nederland blokkeerde jarenlang (met Oostenrijk) de toetreding van Roemenië tot de Schengenzone uit vrees voor de toename van aantallen arbeidsmigranten. Die toetreding lijkt nu nabij, maar is er officieel nog steeds niet.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Het Janushoofd van minister Van der Wal

Als het gaat om de natuurherstelwet wint Kamerlid Van der Wal het van minister Van der Wal“, kopte dagblad Trouw op 12 maart.  De Volkskrant kopte een week eerder: “VVD-Kamerlid Christianne van der Wal fluit natuurminister Christianne van der Wal terug“.

De minister voor Natuur en Stikstof is een van de zeven Kamerleden die in het (demissionaire) kabinet zitten. Ook Dilan Yeşilgöz, Erik van der Burg, Rob Jetten, Mariëlle Paul, Hans Vijlbrief en Aukje de Vries zijn kabinetsleden én Kamerleden. Van der Wal is de tweede die onder haar twee petten twee verschillende gezichten opzet.

De eerste die afgesproken en goedgekeurd kabinetsbeleid om zeep wilde brengen was minister van Justitie Dilan Yeşilgöz. Als fractievoorzitter van de VVD diende ze een motie in  die tot doel had dat de Eerste Kamer de Spreidingswet niet zou behandelen.

De Eerste Kamer trok zich er niets van aan en keurde de wet goed. In februari trad die wet in werking. Yeşilgöz en mede indieners van de motie Van der Plas (BBB), Wilders (PVV) en Omtzigt (NSC) hadden het na kijken.

Nu opereerde Yeşilgöz op eigen initiatief.  Van der Wal torpedeert afgesproken en goedgekeurd kabinetsbeleid (*.*), afgedwongen door een motie van Van der Plas en Hertzberger (NSC). Daarin werd ze verzocht in de Europese Raad van Ministers tegen de Europese Natuurherstel-verordening te stemmen (motie ingediend 29 februari jl.). De minister ontraadde de motie.

Closing Time | Marianne

U kent Marianne ongetwijfeld als icoon van de Franse Republiek, als de vrijheidsstrijdster met ontblote borst, die de revolutionaire burgers aanvoert op het beroemde schilderij van Eugène Delacroix uit 1830.

In een protestlied tegen onderdrukkers waar een Iraans-Franse actrice wordt opgevoerd, wordt het al gauw een symbool voor de vrijheidsstrijd van vrouwen tegen theocratische dwingelandij.

Je bent niet bang voor de goden
Noch voor de dood
Noch voor mensen
Je hebt al met je eigen ogen gezien
Al degenen van wie je houdt vallen
Je gelooft niet in krachten
Die onderdrukken en moorden
Jouw naam wordt bezongen met hoop
Je draagt vrede op je borst

Closing Time | Love

Een Facebookbericht: ik heb je een mail gestuurd met een link naar het nieuwe album. Getekend: Jasper Hesselink. Heerlijk, ik ben dol op muzikale verrassingen en helemaal van één van mijn favoriete bands uit Nederland: No Man’s Valley uit America.

In 2015 leerde ik hen kennen met het geweldige ‘Black Sheep’ van hun EP And Four Other Songs. Het daaropvolgende album Time Travel behoort in mijn oren tot één van van de beste albums uit het vorige decennium en tijdens een live-optreden bleek dat de band de studio-opnamen kon overtreffen. Drie jaar later zag Outside The Dream het levenslicht dat aantoonde dat ze niet het kunstje wilden blijven herhalen, maar muzikaal wilden groeien. Het leverde hen meerdere concerten in het buitenland op en deelname aan de Popronde.

Closing Time | My Old Pain

Asaf Avidan is een 43-jarige Israëlische singer-songwriter die hier een aardig deuntje moderne countryfolk neerzet. Hij doet zelfs denken aan Gregory Alan Isakov.

Volgende